Kaokaland

Namibië / 18 – 21 september 2019

Kamperen met olifanten die rond de tent scharrelen. De Community Campsite in het plaatsje Puros staat bekend om het feit dat de mooie beboste plek aan de rivier met de grote zoogdieren wordt gedeeld. Het wordt onze slaapplaats vanavond.

We treffen nog eerst de voorbereidingen voor ons avontuur in het noordwesten van Namibië. Een remote gebied zonder faciliteiten. We bereken het aantal liters water dat we nodig hebben voor de reis van 6 dagen met een aantal dagen reserve in het geval van autopech. Op de landkaart hebben we uitgeteld dat we 675 km tracks voor de boeg hebben. Met twee volle dieseltanks kunnen we het redden tot het eerstvolgende pompstation. Sesfontein is de laatste plek om de brandstof aan te vullen. Er hangt echter een bordje dat diesel is uitverkocht. In Puros is nog diesel te krijgen, zegt een rondhangende man. Gelukkig zijn gisteren beide tanks volgegooid in Opuwo. Waar we tegen wil en dank waren.

Olifanten camping
Onderweg naar Puros komen we geen auto’s meer tegen. Het afwisselende landschap is alleen voor ons en het loslopend wild. Giraffen met een bleke vachtkleur, aangepast aan het oogverblinde witte landschap, knabbelen op de oevers aan de groene bomen.

In de middag bereiken we onze bestemming en gaan op zoek naar diesel. In een golfplaten schuurtje treffen we inderdaad drie barrels met brandstof aan. Wat sceptisch checken we de kwaliteit van deze brandstof. Als de bodem van het vat met een lamp tegemoet schittert, zijn we overtuigd dat het schone diesel is. Met onze brandstoftank aangevuld met 40 liter, bereiken we de camping. Een jonge vrouw, in doen en laten nog een meisje, brengt ons naar de kampeerplek. ‘Nee, er zijn geen olifanten hier’, helpt ze ons uit de droom. ‘Wel slangen’, en ze wijst naar de brede sporen. Op zoek naar water zijn de olifanten een maand geleden vertrokken. Naar het noorden, hopen we.

Het verlaten noorden
Weinig auto’s rijden vanuit Puros verder het Kaokaland in. De track is lastig te vinden, zonder duidelijke sporen. De moed zinkt ons een moment in de schoenen. Nog 545 km te gaan op deze wijze? Het zand gaat over in kiezelstenen en het pad tekent zich duidelijker af. Het landschap is zeer afwisselend. Een hele uitdaging om te beschrijven. We herkennen de stenige militaire paden uit de Franse Alpen, de Australische woestijn met dorre begroeiing, en de weidse hoogvlakte in Mongolië met een waaier aan sporen. Het meest lijkt het op, uhh, een Namibisch landschap. Stenen heuvels met kale struiken en bomen, brede rivierbeddingen vol zand en met kleine en grote stenen. Vrijwel geen groen blad te bekennen. Levende wezens laten zich niet zien. Het lijkt alsof de olifanten uit het gebied zijn vertrokken met de Himba’s en de geiten in hun kielzog. De verlaten nederzettingen getuigen van hun bestaan. Aangenaam verrast zijn we door twee jonge Himba vrouwen met drie kinderen en twee hutjes op een grote verlaten vlakte. Ze verkopen sieraden. Ik koop een paar armbanden. En kan bijna niet stoppen met ze te fotograferen. Zo karakteristiek ogen ze.

De zon heeft de daling ingezet en we zoeken een overnachtingsplek in het landschap. Voor het eerst weer wildkamperen. We zijn op een vlakke plek zonder bomen en worden verwelkomd door ontelbaar veel vliegen. Als we aan het bier zitten, komt uit het niets een oudere Himba herderin aanlopen. Ze vraagt aandacht voor haar voet. Ze wil een oude wond met veel vleesgroei weer opensnijden, begrijp ik uit haar gebaren. Ik sta in tweestrijd. Het is tenminste geen open wond met infectiegevaar. Wat is wijsheid? Ik geef haar grote pleisters. Ze laat duidelijk blijken dat ze het geen oplossing vindt en loopt hoofdschuddend weer verder.

Heartbreak hill
We komen voor het eerst weer dorpjes en locals met off road auto’s tegen. Op een splitsing zijn meerdere wegen, stuur ik naar rechts en we vervolgen de D3703 waarop we al een paar dagen rijden. Ik zie een stenen heuvel opdoemen en geef graag het stuur weer over aan Onno. We lachen om de naam van de heuvel ‘Heartbreak hill’. Het lachen vergaat ons snel. Grote rotsblokken versperren niet de weg, ze zíjn de weg. De G balanceert op haar vier wielen in een poging grip te krijgen en omhoog te kruipen. Voor de bijrijder, die buiten aanwijzingen geeft, ziet het er spectaculair uit als een wiel een halve meter loskomt. Voor de bestuurder is het angstaanjagend om niet te zien welke wielen contact hebben op de grote puntige stenen, maar wel de auto alle kanten op voelt kantelen. Als we denken het ergste gehad te hebben, heeft de berg nog meer soortgelijke ijzingwekkende trackdelen in petto. Uitgeput bereiken we een vlak deel waar een auto ons tegemoet komt. Het blijken twee Duitse toeristen te zijn in een huurauto. De eerste toeristen die we zien sinds Sesfontein. De man stopt bij het passeren en maant ons te keren. De track die voor ons ligt, heeft hij met veel pijn en moeite afgelegd. Het was bijna niet te doen. Op onze beurt waarschuwen wij hem voor de 6 km die wij bergopwaarts hebben afgelegd. Bergafwaarts is weliswaar makkelijker, maar ook nog knap uitdagend. Beide bestuurders piekeren er niet over terug te rijden. We rijden door op het bergpad waar we niet veel snelheid kunnen maken. Gelukkig is de moeilijkheidsgraad flink veel lager dan het eerste deel. We zijn nog vaak in gedachten bij de Duitse bestuurder.

Himba overnachting
De gehele track is enkel door bladloze bomen omringt. Het versterkt een beeld van dramatische droogte. Het is echter winter waarin een aantal boomsoorten in juli het blad laat vallen dat in oktober weer aangroeit.

Nog 16 km te gaan tot de kruising met de doorgaande weg, dat redden we niet voor zonsondergang. Dit keer vinden we een open overnachtingsplek omringt door bomen dichtbij een rivierbedding. We hebben ze niet gezien, maar horen ’s avonds wel de stemmen van Himba’s. De volgende ochtend exact om 6.30 uur worden we gewekt door een schreeuw van een Himba. Tijd om op te staan. Tijdens de auto gereed maken voor vertrek, heeft Onno het gevoel dat we worden bespied. Dat blijkt te kloppen, op afstand staat een Himba te kijken wat we doen, bij wijze van reality-tv. De gebeurtenis van de week, waarschijnlijk.

Onderweg komen we meer Himba’s tegen. Zij wonen daar en zijn niet extra mooi voor de toeristen uitgedost. Het roodkleurig geverfde lichaam met het haar in lokken gedraaid, blijkt ook uitstekende camouflage. We merken ze pas op als ze een meter voor onze auto aan de weg kant staan. Een verlegen meisje met twee flessen vraagt ons om water. Met liefde willen we twee flessen vullen, maar slechts één fles is de bedoeling.

Watervallen
Op de doorgaande weg kunnen we weer goed snelheid maken, voor zover het wasbord het toelaat. Op weg naar de Epupa watervallen. We ontmoeten op de parkeerplaats een Nederlands stel, Gert en Charmaine, dat ook in een terreinauto met Nederlands kenteken rijdt. Terwijl Onno spontaan espresso zet, wisselen we onze ervaringen met reizen over de wereld uit. Heel gezellig, en ook nog informatief.

Ondanks de droogte zijn de watervallen nog met veel water gevuld. Een dam in Angola zorgt voor gedoseerde aanvoer. Een groene oase aan weerszijden van de grens is het gevolg.

De beheerder van de camping aan de rivier de Kunene waar we overnachten, Cornelius, woont al ruim 30 jaar in het gebied. Hij is zeer begaan met de ontwikkeling van Kaokoland en haar inwoners. In het dunbevolkte gebied is het lastig de Himba kinderen te bereiken om onderwijs te geven. De visies over de oplossingen zijn verdeeld. Eerst goede voeding verstrekken zodat de hersenen zich ontwikkelen, zoals een Euro parlementariër uitdraagt. Of de moeders en hun kinderen opleiden. In ieder geval zijn de mobiele bussen, die met hun beperkte aanwezigheid geen structuur bieden, en grote schoolgebouwen in de middle-of-nowhere niet succesvol. De grote droogte in Namibië is ,volgens Cornelius, een probleem geworden omdat de kuddes veel te groot zijn geworden. Meer geiten, meer opbrengst. Dat is inmiddels ook het motief van de Himba’s meent hij. Marienfluss, een prachtig groen dal in het noorden, is inmiddels helemaal kaal gegraasd. We kunnen er niet over meepraten, we hebben de afslag naar het gebied gemist.

Als we de volgende ochtend onderweg zijn, verschijnt de auto van Gert en Charmaine in onze achteruitkijkspiegel. Zij bieden ons dit keer koffie aan in een Lodge. We zijn nog lang niet uitgesproken, constateren we als het zomaar twee en een half uur later is. Als je passies deelt, vliegt de tijd voorbij.

4 antwoorden
  1. Luc
    Luc zegt:

    Hele mooie foto’s en erg leuk geschreven.
    Het is maar goed dat er af en toe wat onverwachts gebeurt, dat geeft de mooiste verhalen. Blijf scherp en vooral genieten van de vrijheid. X Luc & Co

    Beantwoorden
    • Onno & Ingrid
      Onno & Ingrid zegt:

      Wij zijn het volledig met je eens: onverwachte gebeurtenissen blijven je het meeste bij. Net zo als de uitdagingen die je hebt overwonnen. Wij hopen er nog vele mee te maken! We keep your guys posted. Groetjes, ook aan Co.

      Beantwoorden
    • Ingrid & Onno
      Ingrid & Onno zegt:

      Bij sommige dingen, zoals die uitdagende bergpas, denken we: waar zijn we aan begonnen. Maar als het eenmaal achter de rug is, is het weer een mooi verhaal. Daar gaat het toch om: creating stories and gathering memories.
      Groetjes uit Tsumkwe!

      Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *