De Jacht

Namibië / 8 – 9 september 2019

Last minute planning heeft ook nadelen, de camping in Etosha is volgeboekt. Op de bonnefooi rijden we naar een camping slechts 2 km voor de ingang van het park. Een grote site, met plek voor 6 tenten, is gelukkig vannacht nog beschikbaar. Als we die avond in het doucheruimte staan, horen we voetstappen. Bezoek? Inderdaad een groot hertachtig beest loopt door onze campingkeuken. Het is een vrouwtjes Kudu. Met haar neus wipt ze behendig de deksel van de vuilnisbak. Dat heeft ze vaker gedaan. Met ongemak kijk ik hoe ze ons afval grondig doorzoekt op zoek naar iets eetbaars, want Kudu stond die avond op ons menu.

Overleven
Het is in 80 jaar niet zo droog geweest in Namibië. Ondanks dat er weinig groen te zien is in Etosha, zien de dieren er gezond uit. Ze hebben vet op de botten en hun vacht glanst. Bij de aangelegde waterbronnen komen ze drinken. We zien veel dieren; zebra’s, kudu’s , wilde beest, giraffen, impala’s en ook olifanten. Een medereiziger wijst ons op leeuwen onder de bomen. Vlak bij een waterplek. Die hadden we zelf niet ontdekt. De dieren merken de leeuwen ook op. Voorzichtig lopen ze de roofdieren op 50 meter afstand voorbij, naar het meertje. In de hoop dat de leeuwen blijven liggen. Water drinken is immers ook noodzakelijk om in leven te blijven. Vele auto’s verzamelen zich rondom de plek. In de hoop meer actie te zien. De leeuwen luieren voorlopig prima in de schaduw. De auto’s druipen weer af.

Eindelijk actie
Flink aantal kilometers verderop verraden veel stilstaande auto’s dat daar iets te zien is. We parkeren dubbel op de weg. Een jachtluipaard heeft een springbok in het vizier en benadert zijn prooi langzaam. De bok ruikt onraad en wacht gespannen af. Als de bok de zijn belager opmerkt, sprint en springt ze weg om haar leven te redden. Het roofdier zet direct de achtervolging in. Ze verdwijnen beide uit ons blikveld achter de geparkeerde auto’s. Er gaat een gejuich op bij de toeristen die op de eerste rang zitten. Het is 1-0 voor de springbok.

Olifantsrus
De volgende dag hebben we nog één wens. Meer olifanten zien in ‘het Sprookiesbos’, waar we in 2011 ook zo’n succes hadden. Helaas, het bos is helaas leeg. We rijden de westelijke route af naar een plaats met de intrigerende naam ‘Olifantsrus’. Daar zijn vast meer van de imposante beesten te vinden. Vreemde ijzeren stellages staan midden op het terrein. Een van de stellages lijkt wel een grote galg. Nieuwsgierig geworden loop ik het informatiecentrum binnen. Ik moet de teksten tweemaal lezen voordat er doordringt wat de Engelstalige informatieborden in bedekte termen proberen te vertellen. Met afgrijzen lees ik dat op deze plek in de periode 1983 – 1985 totaal 525 olifanten zijn geruimd. Gedood dus. De beheerders van het informatiecentrum proberen objectief te blijven. In die tijd dacht men dat ruimen van olifanten een goed besluit was om de leefomgeving van andere dieren, zoals neushoorn, zeker te stellen. Het werd zo goed mogelijk uitgevoerd. Een hele kudde tegelijkertijd om emotionele impact op de olifanten te beperken. Ze haasten zich te vermelden dat het doden voor de rangers ook een moeilijke taak was. De ijzeren stellages vormden het slachthuis. Het olifantenvlees werd in blikken verpakt, geschikt voor consumptie. Hoewel ik een voorstander ben van recycling en tegenstander van verspilling laat dit feit, naast de afgrijselijke doding zelf, nog lang een wrange nasmaak achter.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *