Chobe National Park

Botswana
Chobe National Park
2 – 4 oktober 2019

Onze vrees lijkt waarheid te worden, we krijgen geen vergunning voor het zuidelijk deel van Chobe. We kunnen geen bewijs van gereserveerde camping overleggen. Er is vandaag niemand aanwezig van het campingboekingskantoor. Morgen wel, om 8.00 uur. Stip op tijd staan we voor de balie. Met de gezochte dame daarachter. Ze heeft meer aandacht voor haar gemanicuurde nagels dan voor haar klanten. Het ziet er niet naar uit dat ze ook maar één minuut spierarbeid wil verrichten om ons verder te helpen. “We zijn volgeboekt”, is alles wat ze kan zeggen. Aangespoord door de parkbeheerders voelt ze gedwongen na te gaan wat de beschikbaarheid is en loopt na achteren. Warempel binnen 45 seconden is ze terug met de mededeling dat 10 oktober een eerste vrije site is. Zeven dagen gaan we niet wachten, dat weet zij ook. De parkvergunning kunnen we op onze buik schrijven, nu er een duidelijk ‘nee’ voor de camping ligt.

Dutch courage
Een camping aan de officiële doorgaande weg kan wel. Onno heeft gisteravond al een bijzondere dagroute gevonden. De parkbeambte schrikt van het plan, ‘Kan niet, te gevaarlijk. Te diep zand, je komt vast te zitten. Alleen met twee of drie auto’s geven we een vergunning.” We zijn wel wat gewend in het terrein. “Onze auto is geëquipeerd voor alle omstandigheden, we kunnen onszelf uit benarde situaties redden”, werpen we tegen, deels bluffend. “Jullie kunnen door leeuwen worden aangevallen”, brengt ze haar laatste troef in. We geven het op, een peperspray in handtasformaat maakt vast geen indruk. Niet op haar, niet op een leeuw. Is het de opluchting van de parkbeambte dat we afzien van het wilde plan, of de verwarring over wat we nu wel gaan doen? In ieder geval krijgen we zonder moeite drie dagen vergunning voor het park.

Opgesloten
Gedwee leggen we de geoorloofde doorgaande route af, op weg naar de geplande camping. Weinig te zien onderweg, we komen in ieder geval verder. De oudere blanke eigenaar van de Eco Lodge & Camping ontvangt ons. We zijn de enige gasten. Desgevraagd vertelt hij met enige trots dat hij oorspronkelijk uit Rhodesië komt. Direct als Onno is, vraagt hij, “Was het vertrek vrijwillig?” De man sluit als een oester. Hij straalt uit dat zijn beste tijd achter hem ligt. Hij waarschuwt ons, “De camping is een open terrein. Kijk uit voor de olifanten, er loopt hier een gewonde olifant. Die kan best geïrriteerd zijn. Twee weken geleden heeft een bewaker van een Lodge in de buurt een nachtelijk ontmoeting met olifant niet overleefd.” We nemen nog een sundowner in de bar, waar jezelf opschrijft wat je drinkt. Dan lopen we terug naar de camping. Achter ons sluit het hek. We slikken even. Hoewel de man en zijn personeel tussen vier hekken met schrikdraad zitten en wij in de wijde wereld, voelen we ons opgesloten met de wilde dieren.

Gebrul
Onno richt zich op koken. Ik probeer een positie te kiezen waarin ik de dieren kan zien aankomen op het grote lege kampeerterrein. In het donker arriveert nog een kampeerder. We kennen ze niet en ze maken geen contact, toch zijn we content met hun komst. We voelen ons er minder alleen voor staan. Ik ben blij als we eenmaal in de daktent liggen. Dan schrikken we wakker van luid gebrul en olifanten getetter. Het geluid komt uit drie windrichtingen. Vallen de leeuwen de olifanten aan? We turen in het donker, maar zien niets zonder zaklamp. Ik voel me veilig in de hoge daktent en slaap rustig verder. Onno ontpopt zich tot een scenario-schrijver. Hij ziet de film al. Een leeuw springt op de motorkap en slaat met zijn klauw het tentdoek stuk. Adrenaline stroomt door zijn bloed. Dan wil de slaap niet meer goed lukken. We zijn opgelucht als het lichter wordt. Als we de slaap uit onze ogen vegen en bij het zoveelste gebrul weer naar buiten kijken, zien we twee olifanten elkaar intimideren. ‘De meeste mensen verwarren olifanten gebrul met leeuwen’, vertelt de eigenaar die ochtend geruststellend. Voelen wij ons even een stelletje sukkels.

Spoorzoekers
Tegen de middag komen we bij de volgende camping aan in de hoop dat we een plek krijgen. “Nee”, is het antwoord, als ik eindelijk de verantwoordelijke dame vindt, “alle plekken zijn gereserveerd”. “Ik hoop dat dit mijn geluksdag is, dat iemand heeft geannuleerd”, dram ik door. Dan zegt ze dat de kampeerders op nr. 7 bereid zijn de campingplek te delen met anderen. Het is een gastvrij Braziliaans jong stel dat dezelfde route als wij overland door Afrika bereist. Zij zagen die ochtend leeuwen op een groot open pan. ’s Middags toeren we het park door in de hoop dat we ook leeuwen of luipaarden aantreffen. Helaas. De volgende ochtend vertrekken we vroeg en snellen we ons naar de bewuste pan. Helaas zijn de leeuwen geen gewoonte dieren. Ze zijn verder getrokken. Later op de ochtend komen we de Brazilianen weer tegen. Zij hebben leeuwen met 5 jongen gespot onder een boom. We krijgen de GPS coördinaten van de plek en een uur later staat onze auto voor de boom met de leeuwen. Dit keer de echte, en geen olifanten die hen imiteren.

River Khwai
Wij rijden voldaan verder door een uitgestrekt en opgedroogd moeraslandschap. Heeft de droogte toch nog voordelen, want in het natte seizoen is dit waarschijnlijk een grote modder partij. Later die middag komen we aan bij onze kampeerplek aan de Khwai rivier, waar de olifanten en nijlpaarden die avond onze nevengasten zijn. We zien de zon ondergaan boven de rivier en zijn volstrekt gelukkig.

4 antwoorden
    • Onno & Ingrid
      Onno & Ingrid zegt:

      Leuk dat jullie ons volgen! De G is iets kleiner dan een MAN KAT, dus wat minder ruimte voor onze spullen, maar we hebben ook gemerkt dat in Namibië en Botswana zo’n grote truck niet echt ideaal is. De paden in de Nationale Parken zijn net iets te smal. We houden jullie op de hoogte van onze ritten! Groetjes, Onno & Ingrid.

      Beantwoorden
    • Onno & Ingrid
      Onno & Ingrid zegt:

      We zijn nu al weer wat zuidelijker, vlak bij de Centrale Kalahari. Bij Kasane in Botswana zaten we eigenlijk op een vier landenpunt: Namibië, Botswana, Zambia en Zimbabwe. We gaan de komende dagen de zoutvlaktes bezoeken, en rijden daarna door naar Francistown voor een service beurt van de G. We hebben er nu ca. 7500 km op zitten.

      Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *